Ons land is gebouwd op een traditie van sociaal overleg en de uitbouw van een sterk en representatief middenveld. Dit lijkt soms een anachronisme in een immer fluïde en nooit stabiele digitale wereld. Toch is het de kennis en de representativiteit van het middenveld dat een kompas moet zijn voor het overheidsbeleid. Velen kennen deze traditie niet meer, dus moet de SERV zijn deuren opengooien om de relevantie van het werk van de sociale partners uit te leggen en aan te tonen. Daarom hebben we de voorbije twee jaar sterker ingezet op de mediastrategie van de SERV, zowel via de klassieke perskanalen als via sociale media. Hiermee wilden we de buitenwereld beter op de hoogte brengen van de voorstellen, studies en adviezen van de SERV.
In 2019 bracht de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) ruim vijftig adviezen en een twintigtal rapporten en nota’s uit. In de aanloop naar de verkiezingen van mei 2019 sloten de sociale partners een onderling akkoord ‘Iedereen aan boord’ af. De sociale partners doen hierin een twintigtal hervormingsvoorstellen om de arbeidsmarktkrapte en competentiemismatch aan te pakken. Daarnaast bracht de SERV zijn prioriteitennota voor de nieuwe legislatuur, de begrotingsevaluatie 2014-2019 en een klimaatrapport uit. Ook toekomstgerichte maatschappelijke thema’s als digitalisering, robotisering en circulaire economie bleven in 2019 op de radar van de SERV met verschillende rondetafels, studiedagen, rapporten en adviezen.
In 2020 wil de SERV blijven wegen op het beleid. Dat willen we doen door niet alleen goede en gedragen standpunten, studies en adviezen op te stellen, maar ook door erkend te worden als onmisbare en representatieve partner. Een regering die het middenveld loslaat, vaart blind, zonder kompas. Laat 2020 dus het jaar van de ‘relevantie’ zijn.
Danny Van Assche
voorzitter SERV
In dit jaarverslag brengen we een overzicht van de activiteiten van de SERV in 2019.
Ook de nevenorganisaties van de SERV komen aan bod.
Het jaarverslag geeft op een overzichtelijke en aantrekkelijke manier de belangrijkste activiteiten weer. Via de navigatie in de balk wissel je gemakkelijk tussen de verschillende onderdelen.
Via de pijltjes blader je pagina per pagina naar voren of naar achteren. Via het pagina-icoontje blader je doorheen het hele jaarverslag van organisatie naar organisatie en van pagina naar pagina. Je kan via de thuisknop steeds terug naar het begin van het jaarverslag. De teller toont op welke pagina je je bevindt. Het hamburgermenu geeft de werkthema's voor de SERV en de Stichting Innovatie & Arbeid aan.Adviesvragen: de SERV ontvangt adviesvragen van de Vlaamse Regering, een lid van de Vlaamse Regering of de voorzitter van het Vlaams Parlement. De adviesvragen kunnen handelen over voorgenomen regelgeving, maar ook over beleidsnota's en ‑documenten of specifieke beleidsvraagstukken. Soms vraagt ook een instelling (bv. ESF) of een federale minister de SERV om advies.
Selectief advies: de SERV gaat niet op elke adviesvraag inhoudelijk in, maar adviseert selectief om zo een grote(re) beleidsimpact te hebben. De selectie gebeurt op basis van het sociaal-economische belang en het strategisch gehalte van dossiers, met oog voor de brede taakstelling van de SERV.
Samenwerking: is er bij een adviesvraag overlapping met het werkterrein van een andere strategische adviesraad, dan wordt samenwerking afgewogen. Zo werkt de SERV regelmatig samen met de Minaraad. Soms beslissen de sociale partners om een advies binnen een andere strategische adviesraad of commissie te formuleren (bijvoorbeeld MORA, Vlaamse Raad WVG, Commissie Diversiteit).
Advies op eigen initiatief: naast de adviezen op vraag, werkt de SERV proactief en brengt een aantal adviezen op eigen initiatief uit.
Akkoorden: de SERV draagt bij aan de kwaliteit van het beleid en aan de sociaal-economische performantie van Vlaanderen door onderling (bipartiet) en samen met de Vlaamse Regering (tripartiet) akkoorden af te sluiten.
lopende adviesvragen 2018 |
adviesvragen 2019 |
lopende adviesvragen 2019 |
adviezen op vraag |
adviezen op eigen initiatief |
akkoord sociale partners |
met andere SAR of raad |
niet-inhoudelijke adviezen |
doorgegeven aan andere adviesraad |
Adviesvragers: in 2019 kreeg de SERV van 8 Vlaamse ministers, het Vlaams Parlement en tal van andere overheidsorganisaties adviesvragen binnen. Ministers Muyters en Vandeurzen vroegen de SERV het meest om advies.
Muyters |
Vandeurzen |
Crevits |
Diependaele |
Peeters |
Van den Heuvel |
Weyts |
Schauvliege |
Vlaams Parlement |
Andere |
Adviesthema’s: de SERV bracht de meeste adviezen uit over de thema’s arbeidsmarkt, begroting en financiën, omgevingsbeleid, onderwijs en vorming en sociale bescherming.
Algemeen regeringsbeleid (1)
Arbeidsmarkt (12)
Begroting en financiën (6)
Economie en innovatie (5)
Energie (4)
Internationale relaties (1)
Omgevingsbeleid (7)
Onderwijs en vorming (6)
Sociale bescherming (9)
Raadszittingen: wekelijks organiseert de SERV een elektronische procedure bij de raad om adviezen goed te keuren.
In de SERV zetelen 10 vertegenwoordigers van de Vlaamse werkgeversorganisaties en 10 vertegenwoordigers van de Vlaamse werknemersorganisaties. Deze representatieve samenstelling geeft de SERV een stevige maatschappelijke verankering.
Voor de werkgevers gaat het om:
Voor de werknemers gaat het om:
Het dagelijks bestuur van de SERV bestaat uit een vertegenwoordiger van de Vlaamse sociale partners ABVV, ACV, ACLVB, UNIZO, Voka en Boerenbond. De administrateur-generaal en adjunct administrateur-generaal van de SERV zetelen met raadgevende stem. Het voorzitterschap wisselt jaarlijks tussen de vier grootste sociale partners. Elk jaar levert een andere partner (ACV-Voka-ABVV-UNIZO), volgens een beurtrol, respectievelijk voorzitter en ondervoorzitter aan het dagelijks bestuur. De voorzitter en ondervoorzitter komen nooit tegelijk uit de werkgevers- of werknemersgroep.
In het verlengde van het actieplan digitalisering zette de SERV in 2019 verder in op circulaire economie en digitalisering
Circulaire economie: om de transitie naar een circulaire economie te versnellen, hebben de Vlaamse sociale partners in de SERV een beleidsagenda opgemaakt met veertig concrete aanbevelingen. Ze zijn gebundeld volgens vier thema’s: circulaire stromen aanmoedigen en versnellen, circulair ondernemen stimuleren, arbeidsmarkt klaarstomen en draagvlak vergroten.
De transitie naar circulaire economie is een systeemtransitie die een specifieke governance vereist. Ook op dat vlak formuleert de SERV zeven concrete aanbevelingen.
Ter voorbereiding van het document ‘De transitie naar een circulaire economie: beleidsagenda en aanbevelingen’ organiseerde de SERV vier rondetafels met sectoren.
In juni 2019 riep de SERV samen met de sociale partners van de andere regio's de politieke onderhandelaars op om de transitie naar een circulaire economie te versnellen.
Digitaliseringsagenda onderwijs: einde maart 2019 riepen de SERV en Vlor samen de Vlaamse Regering op om werk te maken van een digitaliseringsagenda voor onderzoek, onderwijs en vorming. Het Vlaams onderwijs scoort goed, maar hoort voor digitalisering niet tot de beste leerlingen van de klas. Daar moet dringend verandering in komen vinden de SERV en Vlor. Een leercultuur realiseren om stevig te staan als burgers in een digitale samenleving vraagt visie, dialoog en gecoördineerde inspanningen van alle betrokkenen.
Slimme steden: smartcities zijn in Vlaanderen in volle ontwikkeling. Big data, blockchain, internet of things … bieden nieuwe mogelijkheden maar brengen ook nieuwe uitdagingen met zich mee. De SERV spoorde begin april 2019 de Vlaamse Regering aan om slimme steden in de nieuwe gemeentelijke legislatuur een krachtiger elan te geven.
E-inclusie: de digitalisering gaat snel. Voor een grote groep burgers die digitaal niet mee zijn, kan dat leiden tot digitale uitsluiting. De SERV vroeg daarom in mei 2019 aan de Vlaamse beleidsmakers om de visie op e-inclusieve digitalisering te ontwikkelen en die visie in de werking te implementeren, om alle publieke dienstverlening aan te bieden met expliciete aandacht voor e-inclusie en om e-inclusieve digitalisering ook uit te dragen naar de ruimere samenleving.
Vlaanderen in digitale versnelling: de SERV zet volop in op het thema digitalisering. Tijdens de voorbereiding van de visietekst en het actieplan digitalisering en binnen het ESF-project Sociale partners in digitale versnelling ontmoetten we verschillende interessante en inspirerende mensen. Hun uitdagende boodschappen over digitalisering versterken de oproep van de Vlaamse sociale partners om de digitale transitie grondiger aan te pakken. Deze publicatie inspireert met hun verhalen. Na elk interview lees je de belangrijkste aanbevelingen uit het actieplan digitalisering van de SERV.
Vlaanderen heeft interessante troeven om de omslag naar een circulaire economie te maken. Uit de driejaarlijkse Ondernemingsenquête van de SERV-Stichting Innovatie & Arbeid blijkt dat vooral grote en industriële bedrijven al veel inspanningen doen om circulair te werken. Slechts 13% van alle bedrijven neemt geen enkele maatregel. Er zijn duidelijk goede wil en acties op het terrein, maar de omslag gaat niet snel genoeg vinden de Vlaamse sociale partners. Bedrijven stoten nog op veel stoorzenders. Er is de strakke en verkokerde regelgeving die samenwerking verhindert, de moeilijke financiering van circulaire projecten, maar ook het traditionele businessmodel en ons gewoontegedrag om liever iets te bezitten en te vervangen, eerder dan iets te delen en te herstellen. Daarom roept de SERV de Vlaamse Regering op om hier zeker in het nieuwe regeerakkoord werk van te maken en zoveel mogelijk bedrijven, organisaties en consumenten het circulair bad in te trekken. De veertig aanbevelingen van de SERV bieden een goede startbasis.
Gezamenlijke oproep van Vlor en SERV
De SERV en Vlor roepen samen op om werk te maken van een digitaliseringsagenda voor onderzoek, onderwijs en vorming. Dat wordt belangrijk huiswerk voor de nieuwe Vlaamse Regering.
Het Vlaams onderwijs scoort goed, maar hoort voor digitalisering niet tot de beste leerlingen van de klas. Daar moet dringend verandering in komen vinden de SERV en Vlor. Een leercultuur realiseren om stevig te staan als burgers in een digitale samenleving vraagt visie, dialoog en gecoördineerde inspanningen van alle betrokkenen.
De Vlor en de SERV willen daar elk vanuit hun eigen opdracht aan meewerken.
Slimme steden zijn in Vlaanderen in volle ontwikkeling. Big data, blockchain, internet of things … bieden nieuwe mogelijkheden maar brengen ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Daarom is meer ondersteuning door de Vlaamse overheid nodig. Met dit advies op eigen initiatief spoort de SERV de Vlaamse Regering aan om slimme steden in de nieuwe gemeentelijke legislatuur een krachtiger elan te geven. Dat kan door een Vlaamse slimmestedenstrategie die lopende initiatieven en agenda’s verbindt, federale, Vlaamse en lokale initiatieven beter coördineert en Vlaamse steden en gemeenten helpt om een eigen visie te ontwikkelen.
In de SERV-prioriteitennota 2019-2024 schetsen de Vlaamse sociale partners de grote uitdagingen voor Vlaanderen en formuleren ze aanbevelingen voor de nieuwe Vlaamse Regering. Als vertegenwoordigers van meer dan 150 000 Vlaamse bedrijven, organisaties en zelfstandigen en 2 miljoen werknemers, werkzoekenden en hun gezinnen willen zij in dialoog met de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement het voortouw nemen om de nodige veranderingen te versnellen en in goede banen te leiden. Zo kunnen ze samen zorgen voor meer welvaart, duurzaamheid en welzijn voor iedereen. De drie belangrijkste uitdagingen zijn een toekomstgerichte economie en infrastructuur, een wendbare en inclusieve samenleving en een slagkrachtige en financieel gezonde overheid. De prioriteitennota bevat ook eigen ambities voor een modern en sterk Vlaams sociaal overleg.
Op 8 november 2019 publiceerde de Vlaamse Regering de beleidsnota’s 2019-2024. In uitvoering van zijn decretale opdrachten brengt de SERV advies uit over de meest relevante beleidsnota’s die behoren tot het werkveld van de SERV. Met die adviezen wil de SERV vooral een voorzet geven voor de verdere concretisering van de ambities van de Vlaamse Regering en aangeven bij welke prioritaire dossiers de SERV intens betrokken wenst te worden of zelf het voortouw wil nemen. Voor een aantal thema’s verwijst de SERV naar eerdere adviezen en akkoorden.
De rol van de overheid is in heel wat maatschappelijke domeinen cruciaal voor het verzekeren van een kwalitatieve dienstverlening, het benutten van kansen en het effectief oplossen van problemen. Een effectieve en efficiënte overheid is dan ook een belangrijke voorwaarde voor meer welzijn en welvaart. Beter bestuur en betere regelgeving zijn van groot belang om beleidsdoelstellingen te realiseren, om onnodige kosten, lasten en negatieve effecten te vermijden en om het concurrentievermogen van Vlaanderen en de aantrekkingskracht voor buitenlandse investeringen op langere termijn veilig te stellen: governance matters.
De SERV focust voor het thema algemeen regeringsbeleid op specifieke thema’s die vanuit sociaal-economisch perspectief belangrijk zijn en waarbij de SERV een duidelijke meerwaarde kan leveren vanuit de aanwezige kennis en expertise en het overleg. Inhoudelijk werkt de SERV op twee sporen: (1) slagkrachtige overheid en (2) beter beleid/betere regelgeving, dit telkens vanuit het perspectief en het belang van de doelgroepen.
In 2019 bracht de SERV op eigen initiatief 1 advies uit over de bestuurlijke beleidsnota’s 2019-2024. De SERV maakte 2 adviesvragen over aan de Mobiliteitsraad Vlaanderen.
De vijf ‘bestuurlijke’ beleidsnota’s (Algemeen Regeringsbeleid, Justitie en Handhaving, ICT en Facilitair Management, HR en Audit, Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid) bevatten veel goede beleidsintenties die erg belangrijk zijn voor de kwaliteit van het beleid en de regelgeving in de komende legislatuur. Ze sluiten nauw aan bij eerdere adviezen van de SERV. Toch zijn de meeste van deze beleidsambities niet nieuw. Opdat ze zouden leiden tot de gewenste impact zijn een hoge politieke prioriteit en ondersteunende ambtelijke capaciteit essentieel.
De doelstelling van het arbeidsmarkt- en loopbaanbeleid van de toekomst blijft ongewijzigd. Meer mensen aan de slag, in gemiddeld langere loopbanen en meer werkbare jobs. Om dat te bereiken is in Vlaanderen nood aan een hogere werkzaamheids- en werkbaarheidsgraad, in het bijzonder bij bepaalde groepen. Vanuit deze doelstelling brengt de SERV-commissie Arbeidsmarkt adviezen uit en draagt bij tot het overleg binnen het Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité (VESOC) en het sluiten van VESOC-akkoorden.
De commissie Arbeidsmarkt buigt zich concreet over de volgende subthema’s binnen het domein werk: overgang onderwijs-arbeidsmarkt, (met o.a duaal leren), het breed activeringsbeleid, doelgroepenbeleid, werkplekleren (waaronder maatregelen als tijdelijke werkervaring, wijk-werken en de VDAB-stages zoals IBO), werkbaar werk (en de instrumenten die hiertoe moeten bijdragen zoals de werkbaarheidscheques en de dienstencheques), loopbaanbeleid (inclusief loopbaantransities en instrumenten als outplacement) vorming- en opleidingsbeleid (waaronder de opleidingsincentives, aandacht voor levenslang leren, competenties/EVC-beleid en een leercultuur), sectorconvenants, sociale economie (waaronder o.a. collectief maatwerk, individueel maatwerk, sociaal ondernemerschap), diversiteit ...
In 2019 bracht de SERV 12 adviezen uit over het thema arbeidsmarkt. Over 1 adviesvraag werd geen consensus bereikt. 4 adviezen waren op eigen initiatief waarvan 1 over de beleidsnota’s 2019-2024. De adviesvragen over duaal leren in het secundair onderwijs en BUSO, die zowel een onderwijs- als een arbeidsmarktluik hebben, werden in de commissie Onderwijs behandeld.
Om de krapte op de arbeidsmarkt de competentiemismatch aan te pakken, sloten de Vlaamse sociale partners het akkoord ‘Iedereen aan boord’. Daarin schuiven ze een twintigtal hervormingsvoorstellen naar voren.
Tot slot werkte de SERV-commissie Arbeidsmarkt mee aan het overkoepelend project Economie en arbeidsmarkt van de toekomst.
De Vlaamse sociale partners (ABVV, Unizo, ACV, VOKA, ACLVB, Boerenbond en Verso) hebben een akkoord afgesloten om de krapte en de competentiemismatch op de arbeidsmarkt aan te pakken. In ‘Iedereen aan boord’ schuiven ze een twintigtal hervormingsvoorstellen naar voren.
De evaluatiestudie van IDEA Consult concludeert dat het relevant is om het (sub)regionaal sociaal-economisch overleg verder te zetten. De sociale partners wensen het streekoverleg te vernieuwen en te verankeren. Het streekoverleg kan dienen als cruciale schakel tussen beleidsniveaus en als brug tussen de beleidsdomeinen. De sociale partners geven in dit advies een kader over de interne structuur en financiering van het streekoverleg waarbinnen ze dit najaar samen met de betrokken actoren een concreter advies zullen uitwerken.
In 2019 vergaderde de VESOC-werkgroep slechts 2 keer, in januari en maart.
Het kabinet Bourgeois lichtte de nota Vizier 2030 en het Vlaams Hervormingsprogramma 2019 toe en koppelde terug over de Vlaamse maatregelen inzake de arbeidsdeal. Het kabinet Muyters lichtte het OECD Skills Strategy diagnostic rapport toe en gaf samen met het kabinet Bourgeois een reactie op de beleidsaanbevelingen uit dit rapport. Ook het evaluatierapport Streekoverleg (uitgevoerd door IDEA-consult) werd gepresenteerd en besproken. De VESOC-werkgroep werd verder geïnformeerd over de Vlaamse opleidingsdatabank en over de campagne inzake de opleidingsincentives. Het kabinet Homans gaf een toelichting over activerende arbeidszorg in Sociale economie en duidde een aantal aspecten inzake collectief maatwerk (zoals de doorlooptijd van de dossiers).
Jaarlijks maakt de SERV in januari een evaluatie van de Vlaamse begroting zoals ze door het Vlaams Parlement is goedgekeurd. Gezien we in 2019 aan het einde van een legislatuur waren, maakte de SERV een evaluatierapport over het begrotingsbeleid van de voorbije legislatuur.
Begin juli volgt het jaarlijkse advies aan de Vlaamse Regering voor de opmaak van de volgende begroting. Daarbij maakt de SERV een raming van ontvangsten en uitgaven bij ongewijzigd beleid. De sociale partners geven advies over de budgettaire ruimte voor nieuwe initiatieven en voor schuldafbouw. De budgettaire houdbaarheid van de Vlaamse financiën op lange termijn staat voorop.
In 2019 bracht de SERV 6 adviezen uit over het thema begroting en fiscaliteit, waarvan 1 op eigen initiatief over de beleidsnota’s 2019-2024. 1 keer formuleerde de SERV geen advies omwille van de beperkte sociaal-economische relevantie.
Daarnaast bracht de SERV 1 evaluatierapport uit.
De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen evalueerde het begrotingsbeleid van de voorbije vijf jaar. Op basis daarvan schetsen de Vlaamse sociale partners de uitdagingen voor het begrotingsbeleid van de nieuwe Vlaamse Regering.
Vlaanderen stevent af op een begrotingstekort van 1,15 miljard euro in 2020 als het niet ingrijpt. Dat berekende de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) in zijn begrotingsadvies. Dat de Vlaamse Regering zelf spreekt over 600 miljoen euro komt omdat zij, in tegenstelling tot de SERV, de kosten voor de Oosterweelverbinding uit het begrotingssaldo verwijdert.
Vlaanderen moet blijvend inzetten op gelijke kansen en diversiteit. Personen van allochtone afkomst en personen met een arbeidshandicap zijn immers nog steeds ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt. De SERV streeft naar een evenredige arbeidsdeelname voor iedereen en neemt dit mee in zijn adviezen over werkgelegenheid en gelijke kansen.
De adviesvragen die de SERV ontvangt over diversiteit behandelen de sociale partners in de Commissie Diversiteit waarin ze samen met de kansengroepen aan tafel zitten.
Een competitieve, inclusieve en duurzame economie is een prioriteit voor de SERV. Vlaanderen moet uitgroeien tot een toonaangevende, innovatiegedreven kenniseconomie met een sterk ondernemerschap en internationale focus. Het veelzijdige karakter van de Vlaamse economie en de samenhang in de Vlaamse economische structuur blijven behouden en de kennis en werkgelegenheid verankerd.
Met deze doelstelling uit het Pact 2020 als kader, adviseert de SERV over een brede waaier aan economische beleidsinitiatieven. Thema’s zoals het stimuleren en faciliteren van ondernemerschap in al haar dimensies en levensfasen, de ‘herindustrialisatie’ van Vlaanderen, slimme specialisatie, het Vlaams economisch steuninstrumentarium, de lokale inbedding van ondernemingen en versterking van lokale markten, de evolutie van het innovatie-ecosysteem, het O&O-groeipad, het ruimtelijk-economisch beleid, het sociaal-economisch streekoverleg en nog veel meer komen aan bod bij de SERV-commissie Economie en Innovatie.
Voor de SERV zijn economie en innovatie onlosmakelijk verbonden. Innovatie is cruciaal voor de oplossing van een hele reeks maatschappelijke vraagstukken en is tegelijkertijd de belangrijkste drijver voor economische groei. Kenniscreatie en O&O vormen dé voedingsbodem voor verdere innovaties. Wendbaar inspelen op de wijzigende technologieomgeving en beschikken over een state-of-the-art productieapparaat zijn belangrijke voorwaarden om in 2030 bij de wereldtop te blijven, de Vlaamse kennis, productie en technologie lokaal te verankeren en een sterke industrie en maaksector te behouden. Voor de SERV omvat innovatie bovendien meer dan alleen technologische innovatie.
In 2019 bracht de SERV 5 adviezen uit over het thema economie en innovatie. 3 waren op eigen initiatief waarvan 1 over de beleidsnota’s 2019-2024.
De SERV-commissie Economie en Innovatie werkte mee aan het overkoepelend project Economie en arbeidsmarkt van de toekomst.
De SERV vraagt meer aandacht voor de uitrol van Industrie 4.0. Er is meer laagdrempelige en duidelijke informatie, ondersteuning en begeleiding nodig van ondernemingen en werknemers. Omdat Industrie 4.0 aanpassingen vraagt op de werkvloer en in de arbeidsorganisatie en functieinhouden is de betrokkenheid van de werknemers essentieel. Er is ook een grote behoefte aan verspreiding van kennis en toepassingen van Industrie 4.0 naar bedrijven zodat zij meer vertrouwd raken met nieuwe evoluties. Samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, vooral kmo’s, kennis-, opleidingsinstellingen en overheden in een cultuur van open innovatie zijn belangrijk om van Industrie 4.0 een succes te maken. Meer inzetten op kwaliteitsvolle jobs en duurzame loopbanen met voldoende ruimte voor levenslang leren en oog voor loopbaantransities is een cruciale randvoorwaarde.
De energievoorziening is cruciaal voor de economie en de samenleving. De overgang naar een duurzame energievoorziening is één van de belangrijkste uitdagingen voor de komende jaren. De SERV bouwde een ruime expertise op rond de werking van de energiemarkten en -prijzen, rationeel energieverbruik en de inzet van hernieuwbare energiebronnen, energiebevoorradingszekerheid, klimaatverandering en klimaatbeleid …
In 2019 bracht de SERV 4 adviezen uit over het thema energie en klimaat. De advisering stond in het teken van de opmaak van het energie- en klimaatplan 2021-2030 en de legislatuurwissel. 2 adviezen waren op eigen initiatief: een advies met inspiratie voor het energie- en klimaatbeleid in 2019-2024 en een advies over de beleidsnota’s 2019-2024. Verder bracht de SERV samen met CRB, Minaraad, CESE Wallonie, ESRBHG, RLBHG, FRDO en Pôle environnement-pôle energie 1 advies uit over het nationaal energie- en klimaatplan. Bij 1 advies schreef de SERV ook een achtergrondrapport.
Daarnaast hield het SERV-secretariaat de pen bij de opmaak van de aanbevelingen van de stroomgroepen ‘Financiering’ en ‘Governance’ en van een achtergrondrapport hiervoor. Deze stroomgroepen moesten input leveren voor het energie- en klimaatplan 2021-2030 en voor de beleidsnota’s Energie en Klimaat voor deze legislatuur.
De SERV bundelde al zijn adviezen over klimaat van de afgelopen jaren op de pagina Paar tandjes bij voor onze kinderen
In het klimaatdebat ontbreken goede cijfers over hoeveel mensen en middelen nodig zijn om de CO2-uitstoot met 35% te verlagen tegen 2030. Ruw geschat moet twee tot drie keer meer worden geïnvesteerd in infrastructuur waardoor de Vlaamse bouwsector nood heeft aan 250.000 extra arbeidskrachten. Er zal 3 tot 12 miljard euro extra per jaar nodig zijn aan Vlaamse publieke middelen, afhankelijk van de keuzes die de nieuwe Vlaamse Regering maakt. Zij moet dus oplossingen vinden in discussies over begroting, infrastructuur en arbeidsmarkt. Dat zeggen de sociale partners van de SERV in een nieuw advies over het klimaat- en energiebeleid.
Financiering is al jaren de ‘hete patat’ in het energie- en klimaatdebat: een prangende maar vervelende kwestie, die wordt doorgeschoven of uitgesteld. Met haar aanbevelingen ‘De hete patat in het klimaatdebat’ wil de stroomgroep 'financiering' stappen vooruit zetten in de financieringsdiscussie. Het SERV-secretariaat zat de stroomgroep ‘financiering’ voor en bereidde ook het achtergrondrapport ‘De hete patat doorgesneden’ voor ter onderbouwing van het overleg in de stroomgroep.
De Vlaamse sociale partners zijn begaan met wat zich buiten Vlaanderen afspeelt. Beslissingen in internationale fora hebben een impact op de sociaal-economische omgeving in Vlaanderen. Vooral de Europese Unie beïnvloedt de Vlaamse regelgeving en het economisch beleid. Vlaanderen is een partner bij Europese en internationale afspraken en voert een eigen internationaal beleid.
Maar de SERV doet meer en is een actieve internationale partner. De SERV trad in het verleden vaak op als technische partner bij de opleidingen van de IAO rond sociaal overleg, neemt op geregelde tijdstippen deel aan Europese samenwerkings- of kennisuitwisselingsprojecten en ontvangt regelmatig internationale delegaties. De landen uit het Zuiden zijn voor de SERV prioritaire partnerlanden samen met de landen van Oost- en Centraal-Europa. In zijn internationale werking verliest de SERV de Noord-Zuid-problematiek niet uit het oog en samenwerking gebeurt in alle omstandigheden op gelijke voet met de buitenlandse partners. Tot slot zijn de focus op en rol van sociaal overleg in ontwikkelingssamenwerking en duurzame ontwikkeling van prioritair belang in de internationale werking van de SERV.
De stuurgroep en cel Internationale Relaties staan in voor de uitvoering van de internationale missie van de SERV.
De SERV bracht over het thema internationale relaties 1 advies op eigen initiatief uit over de beleidsnota’s 2019-2024
In 2019 organiseerden we rondetafels in Lyon en Valencia in het kader van het transnationaal ESF-project ‘Sociale partners in de digitale versnelling’. Op 3 oktober 2019 vond het SERV-colloquium Shaping the digital future – sociaal overleg en de toekomst van werk, vaardigheden en ondernemen plaats. De bevindingen werden gebundeld in een eindrapport van het ESF-project.
Meer info op www.digitalfasttrack.eu
Op donderdag 2 mei 2019 startte de nieuwe SERV-commissie Internationaal op. Dit past binnen de nieuwe internationale SERV-missie. In deze commissie zetelen de Vlaamse sociale partners samen met externe deskundigen zoals de Algemene Afvaardiging van de Vlaamse Regering bij de EU, het Vlaams Europees Verbindingsagentschap, het Departement Buitenlandse Zaken, de afdeling ESF (Departement WSE) en het ILO-kantoor te Brussel. De commissie zal overleggen en kennis uitwisselen over internationale ontwikkelingen en lopende projecten om de internationale focus van de Vlaamse sociale partners te versterken en de belangrijke positie van de Vlaamse sociale partners als structurele partner binnen het Vlaamse internationale beleidsveld te versterken.
De kwaliteit van lucht, water, bodem en natuur dragen bij tot een gezonde en aangename leefomgeving. Vlaanderen wil zich ook op dat vlak meten met de Europese economische topregio’s.
Binnen de SERV ligt de focus op milieudossiers met een belangrijke sociaal-economische impact zoals het klimaat- en luchtbeleid, het integraal waterbeleid, het materialenbeleid, het bodembeleid of het milieuvergunningenbeleid (VLAREM). Voor de meeste van deze milieudossiers werkt de SERV samen met de Minaraad en soms ook met de SALV en de SARO. De SERV heeft ook heel wat expertise opgebouwd over strategische onderwerpen zoals duurzame ontwikkeling, transitiebeleid en milieubeleidsinstrumenten.
In 2019 bracht de SERV 7 adviezen uit over het thema omgevingsbeleid. De SERV bracht 1 keer een gezamenlijk advies met de Minaraad uit, 2 keer met Minaraad en SALV. 1 advies was op eigen initiatief over de beleidsnota’s 2019-2024. De SERV ging op 2 adviesvragen niet inhoudelijk in omwille van selectiviteitsredenen.
De SERV-commissie Energie- en Omgevingsbeleid werkte ook mee aan het overkoepelend project Economie en arbeidsmarkt van de toekomst. De commissie stelde een beleidsagende op met 40 concrete acties en governance aanbeveling om de transitie naar een circulaire economie te verstellen.
In het kader van het openbaar onderzoek van de Derde Waterbeleidsnota adviseert de SERV samen met Minaraad en SALV over de krijtlijnen van het Vlaamse waterbeleid in 2020-2025. De raden vragen onder meer om het beleid inzake waterschaarste beter te onderbouwen, want zonder degelijke cijfers en indicatoren is het moeilijk om een doeltreffend beleid vorm te geven. Meer inspanningen zijn nodig om te komen tot een daling van het primaire watergebruik, onder andere door het grondwaterbeleid verder te zetten en krachtdadiger op te treden tegen illegale winningen. Om overstromingen tegen te gaan moet onder andere in bebouwd gebied sterker ingezet worden op infiltratie. Ook groenblauwe aders zijn belangrijk omdat ze kunnen bijdragen aan een verbeterde structuurkwaliteit, waterkwantiteit en waterkwaliteit.
Vlaanderen heeft alle talent nodig. Daarom moeten zoveel mogelijk kinderen, jongeren en volwassenen het best mogelijke onderwijs en de best mogelijke vorming genieten. Meer jongeren moeten het secundair onderwijs afronden met een kwalificatie en verder studeren, bijvoorbeeld in het volwassenenonderwijs of het hoger onderwijs. Meer mensen, uit alle lagen van de bevolking, moeten kunnen deelnemen aan levenslang en levensbreed leren. Meer bedrijven en sectoren werken aan competentieontwikkeling en/of voeren een strategisch competentiebeleid. Een lerende samenleving erkent competenties, waar en hoe ze ook verworven zijn.
Met deze doelstellingen als kader formuleert de SERV adviezen die focussen op de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en levenslang en levensbreed leren.
In 2019 bracht de SERV 6 adviezen uit over het thema onderwijs en vorming, waarvan 2 op eigen initiatief (onder andere over de beleidsnota’s 2019-2024) en 2 in samenwerking met de SERV-commissie Arbeidsmarkt.
In kader van het overkoepelend project Economie en arbeidsmarkt van de toekomst riepen de SERV en Vlor de Vlaamse Regering op om samen werk te maken van een digitaliseringsagenda voor onderzoek, onderwijs en vorming.
Na enkele jaren proefdraaien, startte duaal leren op 1 september 2019 officieel. Ongeveer 100 scholen dienden enkele maanden eerder bijna 400 aanvragen in om vanaf schooljaar ’19-‘20 leren op de schoolbank met leren op de werkplek te combineren. De Vlaamse sociale partners, die duaal leren een warm hart toedragen, toonden zich verheugd met zoveel interesse. Een echte trendbreuk zal er volgens echter pas komen als ook meer technische opleidingen in de derde graad van het technisch onderwijs (TSO) en Secundair-na-Secundair duaal gaan. Nu concentreren de aanvragen zich vooral in de specialisatiejaren van het beroepssecundair onderwijs (BSO).
De SERV vreest dat een groot deel van de leerlingen uit Leren en Werken binnenkort uit de boot valt. Deze jongeren (ca. 2 000 à 4 000 leerlingen incl. NEET) kunnen niet terecht in het Duaal Leren omdat ze niet arbeidsrijp zijn. Ze kunnen evenmin in het voltijds onderwijs terecht omdat ze onvoldoende schoolbereid zijn. De SERV ziet een oplossing in een beroepskwalificerende leerweg. Centraal in deze leerweg staan taal-, cijfer- en digitale geletterdheid en sociale vaardigheden. Het doel is één of meerdere beroepskwalificaties te halen. Deze trajecten zijn maatwerk en gaan zoveel mogelijk door op een (gesimuleerde) werkplek. Een leergemeenschap staat in voor de vorming en opleiding voor het behalen van een beroepskwalificatie.
Met dit voorstel wil de SERV het debat op gang trekken en deze leerweg in dialoog met het onderwijs- en werkveld verder vormgeven.
Met de SERV beschikken de Vlaamse sociale partners over het geëigende overlegforum om gezamenlijk een visie te ontwikkelen over de uittekening en uitvoering van de sociale bescherming in Vlaanderen.
Door de zesde staatshervorming kreeg Vlaanderen bijkomende bevoegdheden in het domein welzijn, gezondheid en sociale bescherming. Onder meer de kinderbijslag, de middelen van de tegemoetkoming hulp aan bejaarden en de middelen van de FCUD bieden Vlaanderen de kans om in combinatie met het bestaande welzijns- en gezondheidsbeleid een coherenter sociaal beschermingsbeleid uit te werken.
In 2019 bracht de SERV 9 adviezen uit over het thema sociale bescherming waarvan 3 op eigen initiatief (onder andere over de beleidsnota's 2019-2024). De SERV ging op 3 adviesvragen niet- inhoudelijk in omwille van selectiviteitsredenen.
Met het advies op eigen initiatief over e-inclusie werkte de commissie Sociale bescherming mee aan het overkoepelend project Economie en arbeidsmarkt van de toekomst.
De SERV vindt het een sterke keuze van het Vlaams Parlement om in het nieuwe decreet buitenschoolse opvang en vrijetijdsbesteding pedagogische, sociale en economische doelstellingen met elkaar te verenigen voor álle kinderen. Een pluspunt is dat er aandacht gaat naar kwetsbare kinderen.
De SERV vraagt om meer dan alleen een kwaliteitslabel voor de kleuteropvang uit te werken en binnen een regelluwe context ook minimale en gedifferentieerde kwaliteitsdoelstellingen op te nemen voor opvanginitiatieven met een nest-functie. Verder is het nodig een sterk lokaal overlegmodel neer te zetten, met echte inspraak en dialoog en gelijkwaardige gesprekpartners in het lokaal samenwerkingsverband. De SERV vraagt ook om in te zetten op monitoring en evaluatie op lokaal niveau om het lokaal beleid te onderbouwen en indien nodig bij te sturen.
De Stichting Innovatie & Arbeid maakt deel uit van de SERV en voert onderzoek uit in opdracht van en voor de Vlaamse sociale partners. De Stichting Innovatie & Arbeid werkt rond drie thematische clusters:
De Stichting vertrekt in haar onderzoek vanuit een praktijkgerichte benadering en werkt complementair aan het beleidsgericht onderzoek dat elders wordt uitgevoerd. De Stichting hecht veel belang aan de valorisatie van haar onderzoek. Deze valorisatie bestaat uit het toeleveren van informatie relevant voor het SERV-overleg en uit het verspreiden van de onderzoeksresultaten via de partners op het veld om zo bij te dragen tot concrete resultaten en toepassingen in de ondernemingen en organisaties en sectoren.
Projecten: de onderzoekers van de Stichting Innovatie & Arbeid werkten in 2019 aan 11 projecten.
In de SERV zetelen 10 vertegenwoordigers van de Vlaamse werkgeversorganisaties en 10 vertegenwoordigers van de Vlaamse werknemersorganisaties. Deze representatieve samenstelling geeft de SERV een stevige maatschappelijke verankering.
Voor de werkgevers gaat het om:
Voor de werknemers gaat het om:
Het dagelijks bestuur van de SERV bestaat uit een vertegenwoordiger van de Vlaamse sociale partners ABVV, ACV, ACLVB, UNIZO, Voka en Boerenbond. De administrateur-generaal en adjunct administrateur-generaal van de SERV zetelen met raadgevende stem. Het voorzitterschap wisselt jaarlijks tussen de vier grootste sociale partners. Elk jaar levert een andere partner (ACV-Voka-ABVV-UNIZO), volgens een beurtrol, respectievelijk voorzitter en ondervoorzitter aan het dagelijks bestuur. De voorzitter en ondervoorzitter komen nooit tegelijk uit de werkgevers- of werknemersgroep.
De projecten van de Stichting Innovatie & Arbeid over arbeidsmarkt en innovatie in ondernemingen en organisaties gaan over:
Om de drie jaar voert de Stichting Innovatie & Arbeid een enquête uit naar veranderingen in de productie of dienstverlening, nieuwe vormen van arbeidsorganisatie en innovatie in ondernemingen en organisaties in Vlaanderen. Deze Ondernemingsenquête (voorheen IOA-enquête) betreft een bevraging bij zowel kleine als grote bedrijven, social profit organisaties en overheidsinstellingen.
Arbeidsmarkt is een thema waarover de SERV ook beleidsadviezen uitbrengt en overleg organiseert.
Projecten: in 2019 werkten de onderzoekers aan 4 projecten over arbeid, organisatie en innovatieprocessen.
Van de Vlaamse ondernemingen en organisaties levert 87% minstens één circulaire inspanning. Vier op de tien hergebruiken afval, rest- of bijproducten, zeven op de tien letten op de herstel- of recyclagemogelijkheden van producten en de helft deelt middelen zoals logistiek en gebouwen met andere ondernemingen en organisaties.
Voor het eerst maten we in de driejaarlijkse Ondernemingsenquête de inspanningen van Vlaamse ondernemingen en organisaties in het kader van circulaire economie. Er zijn duidelijk goede wil en acties op het terrein. Om de omslag te versnellen hebben de Vlaamse sociale partners veertig aanbevelingen geformuleerd.
Zeven op de tien bedrijven en organisaties in Vlaanderen staan positief tegenover digitalisering. Ze zien er kansen in om te groeien. Ruim een derde van de bedrijven en organisaties deed de afgelopen jaren belangrijke investeringen in automatisering en robotisering. Ze blijken vaker dan andere bedrijven economisch te groeien én meer personeel aan te werven. In een gemiddeld bedrijf zijn digitale vaardigheden voor drie kwart van de werknemers vereist. Dat blijkt uit de Ondernemingsenquête van de SERV-Stichting Innovatie & Arbeid bij 1651 bedrijven en organisaties in Vlaanderen.
De projecten van de Stichting Innovatie & Arbeid over ondernemerschap, economie en innovatiebeleid hebben betrekking op verschillende aspecten van het bedrijfsleven, de economie en het Vlaams innovatiebeleid. Bij ondernemerschap gaat het niet alleen over het opstarten van een eigen zaak, maar ook over het continueren, groeien, herstarten ... binnen een brede waaier aan sectoren. In de projecten over het economisch beleid en het innovatiebeleid gaat bijzondere aandacht naar de afstemming tussen ondernemingen, kenniscentra en overheid.
Ondernemerschap, economie en innovatie zijn thema's waarover de SERV ook beleidsadviezen uitbrengt en overleg organiseert.
Projecten: in 2019 werkten de onderzoekers aan 4 projecten over ondernemerschap, economie en innovatiebeleid.
De Stichting Innovatie & Arbeid nam Industrie 4.0 in vijf sectoren van de maakindustrie onder de loep en ging op zoek naar interessante voorbeelden in bedrijven. Het rapport bevat sectorstudies van de confectie, voeding, grafische sector en de meubel- en de metaalsector.
Uit het onderzoek blijkt dat Industrie 4.0 in Vlaanderen aan een stapsgewijze uitrol en implementatie bezig is. Gebrekkige kennis over de toepassingen van de technologieën 4.0 en - vooral voor kleinere bedrijven - de financiering ervan zijn belangrijke drempels. Dit neemt niet weg dat de vele 4.0-opportuniteiten worden onderkend en dat de ambitie leeft bij sectororganisaties, werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties (vakbonden 4.0) om de omslag te maken naar Industrie 4.0. De kenniscentra en netwerken zijn hierbij een onmisbare schakel. Het onderzoek brengt ook aan het licht dat betrokkenheid en participatie van werknemers, de net- en samenwerking met alle interne partners en een open innovatie met andere bedrijven in de waardeketen kritische succesfactoren zijn voor de transitie naar Industrie 4.0. Ten slotte heeft ook de overheid een belangrijke rol te spelen.
Vandaag heeft 29% van de melkvee- en varkenshouders één of meerdere externe werkkrachten in dienst. Een kwart van alle veehouders heeft plannen om mensen aan te werven in de toekomst. Motivatie en flexibiliteit zijn daarbij belangrijker dan ervaring. Maar financiële onzekerheid en complexe administratie weerhoudt veehouders ervan op zoek te gaan naar bijkomend personeel.
De SERV-Stichting Innovatie & Arbeid bevroeg 428 melkvee- en varkenshouders over werkkrachten in hun sector. Daarbij werd zowel de huidige situatie in kaart gebracht als een blik geworpen op de toekomst. De melkvee- en varkenshouderij kent een verscheidenheid aan bedrijven. De sector evolueert in Vlaanderen naar minder bedrijven en een grotere veestapel per bedrijf. Deze evolutie gaat gepaard met een relatief nieuwe uitdaging in de sector: een groeiende nood aan werkkrachten.
De projecten van de Stichting Innovatie & Arbeid over werkbaar werk zijn grotendeels opgebouwd rond de driejaarlijkse werkbaarheidsmonitor, waar de werkbaarheid gemeten wordt bij werknemers en zelfstandigen. Er zijn ook verschillende projecten waarbij de focus ligt op de vraag hoe de werkbaarheid kan verbeterd worden.
De databank van de werkbaarheidsmetingen is beschikbaar voor bijkomend wetenschappelijk onderzoek.
Arbeidsmarkt is een thema waarover de SERV ook beleidsadviezen uitbrengt en overleg organiseert.
Projecten: in 2019 werkten de onderzoekers aan 3 projecten over werkbaar werk en langere loopbanen.
Slechts één op de vijf ondernemers vindt dat hij/zij voldoende kennis heeft van management en bedrijfsbeheer. Eén op de drie spreekt zelfs over een ernstig tekort. Tegelijk maakt amper de helft van de ondernemers werk van bijscholing. Nochtans zijn sterke vaardigheden belangrijk voor zelfstandige ondernemers. Ze zijn de sleutel voor een succesvol ondernemerschap. Dat blijkt uit een analyse van de SERV-Stichting Innovatie & Arbeid op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmeting.
Jongeren die zonder een diploma secundair onderwijs op de arbeidsmarkt komen, geraken niet alleen moeilijk aan de slag, maar komen vaak ook in weinig werkbare jobs terecht. Uit de Werkbaarheidsmeting 2016 blijkt dat slechts vier op de tien van deze kortgeschoolde jongeren tussen 18 en 35 jaar werkbaar werk hebben. Hun job biedt weinig regelmogelijkheden en ze krijgen te weinig ondersteuning door hun leidinggevende. Ook het ontbreken van bijscholingskansen zetten bij deze jongeren een domper op het werkplezier en de leermogelijkheden.
Vanaf 7 mei 2019 kunnen werkgevers een werkbaarheidscheque aankopen bij de Vlaamse overheid. Deze cheque stimuleert ondernemingen om de werkbaarheid te scannen en te meten. Op basis van de scan kan een actieplan op maat uitgewerkt worden. De Vlaamse Regering en sociale partners willen zo een versnelling hoger schakelen voor werkbaar werk.
De werkbaarheid van de jobs in Vlaanderen staat onder druk. Een kleine helft van de Vlaamse werknemers heeft een ‘werkbare’ job. Hoofdoorzaak is het groeiende aantal werkstressklachten. Ruim één op de drie werknemers kampt met psychische vermoeidheidsproblemen. Vooral de sectoren onderwijs, zorg en welzijn en de voedingsindustrie hebben verontrustende scores. Dat blijkt uit de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2019 op basis van een grootschalige peiling bij 13.000 werknemers.
De Stichting Innovatie & Arbeid hecht veel belang aan een brede valorisatie van haar onderzoek. De valorisatie-activiteiten concentreren zich rond werkbaar werk, maar ook de andere onderzoeksthema’s komen regelmatig aan bod.
In het totaal telde de Stichting in 2019 zo’n 45 vormingsactiviteiten, waarbij circa 1 800 personen betrokken waren.
Topthema’s in 2019: werkbaar werk en deelaspecten ervan zoals burn-out, motiveren van medewerkers, hoe werkstress en werkdruk aanpakken, werkbaar werk in een bepaalde sector. Daarnaast organiseerden we vormingen rond digitalisering, het nieuwe werken en teamwerk. Ook dit jaar waren de deelnemers weer heel divers: vakbondsafgevaardigden, HR-professionals, preventieadviseurs, studenten, bedrijfsleiders en medewerkers.
In 2019 rolden we steeds meer acties uit het actieplan werkbaar werk uit. Zo werd de website werkbaarwerk.be grondig hertekend om nog meer te focussen op hoe je werk werkbaarder kan maken. In het voorjaar van 2019 werkten we intensief samen met het departement WSE om de mediacampagne over de werkbaarheidscheques mee vorm te geven. Op 5 december 2019 organiseerden we in Bleupoint in Antwerpen het event Werkbaar werkt! waar bijna 300 deelnemers aanwezig waren.
Op donderdag 5 december 2019 vond hét event ‘Werkbaar Werkt!' plaats in Bluepoint in Antwerpen. De SERV en het Departement Werk/ESF organiseerden samen dit event naar aanleiding van de publicatie van de cijfers van werkbaarheidsmonitor.
Met de Commissie Diversiteit geeft de SERV een stem aan groepen die niet op evenredige wijze participeren aan het sociaal-economisch leven.
De Commissie Diversiteit is paritair samengesteld. Naast de vertegenwoordigers van de representatieve organisaties uit de SERV zijn er vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de kansengroepen (Gebruikersoverleg Handicap en Arbeid en het Minderhedenforum). Binnen de Commissie Diversiteit werken ze samen en adviseren over de evenredige arbeidsdeelname van kansengroepen, diversiteit en gelijke behandeling. De kracht van de Commissie Diversiteit is dat ze sterk inzet op adviezen op eigen initiatief.
Adviesvragen: de Commissie Diversiteit ontving in 2019 geen enkele adviesvraag.
Advies op eigen initiatief: naast de adviezen op vraag, werkt de Commissie Diversiteit proactief en brengt de commissie een aantal adviezen op eigen initiatief uit. In 2019 bracht de Commissie Diversiteit 1 advies uit op eigen initiatief.
Raadszittingen: de commissie kwam 13 keer samen in 2019. Het dagelijks bestuur kwam 2 keer bijeen en de raad van de Commissie Diversiteit kwamen in 2019 1 keer bijeen.
Andere initiatieven: In juni organiseerde de Commissie Diversiteit een rondetafel over de re-integratie van arbeidsongeschikten met een (indicatie van) arbeidshandicap. In oktober organiseerde de Commissie Diversiteit samen met de SERV en de onderzoeksgroep IMMILAB een studievoormiddag over de sociaal-economische integratie van personen met een migratieachtergrond.
Zes op tien mannen en vrouwen die in Vlaanderen wonen maar geboren zijn buiten de EU zijn aan het werk. Voor personen van Belgische herkomst is dat ruim drie op de vier. Tegenover andere Europese regio’s en landen scoort Vlaanderen slecht voor de werkzaamheidsgraad voor personen met een migratieachtergrond. Ook de streefcijfers van het Pact 2020 zullen moeilijk gehaald worden. Vlaanderen laat zo een groot arbeidspotentieel liggen.
De Commissie Diversiteit met vertegenwoordigers van de sociale partners en de kansengroepen stelt daarom een lijst met zestig acties voor om de etnische werkzaamheidskloof te dichten. Vlaanderen kan grote stappen vooruit zetten door meer aandacht voor diversiteit in de lerarenopleiding, een gekleurder lerarenkorps en het sterker uitspelen van de preventieve rol van het onderwijs. Verder is het belangrijk meer te focussen op competenties in plaats van diploma’s, kortere, geïntegreerde trajecten voor nieuwkomers te voorzien die taal leren combineren met werken of een opleiding volgen en bedrijven in de uitbouw van een inclusief HR-beleid te ondersteunen.
De Commissie Diversiteit is paritair samengesteld. Naast de vertegenwoordigers van de representatieve organisaties uit de SERV zijn er toegevoegde leden, namelijk de vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de kansengroepen. In de Commissie Diversiteit is één werkgroep actief die zich zowel over de doelgroep personen van allochtone afkomst buigt als over de doelgroep personen met een arbeidshandicap.
Vertegenwoordigers van de werknemers
Vertegenwoordigers van de werkgevers
Vertegenwoordigers van de representatieve kansengroepen
Vertegenwoordigers van de werknemers
Vertegenwoordigers van de werkgevers
Vertegenwoordigers van de representatieve kansengroepen
De Adviescommissie voor Economische Migratie volgt de maatschappelijke ontwikkelingen op het vlak van economische migratie en detecteert eventuele knelpunten zodat de immigratie van werknemers en zelfstandigen onder de beste omstandigheden kan verlopen. Op verzoek van de Vlaamse Regering of uit eigen beweging verstrekt de commissie advies over de sociale, economische en administratieve problemen rond tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten en de zelfstandige beroepsactiviteit van vreemdelingen.
In de Adviescommissie voor Economische Migratie zetelen de sociale partners. Zij worden bijgestaan door vertegenwoordigers van het Departement Werk en Sociale Economie, het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie, VDAB en de staatssecretaris voor Asiel en Migratie die een raadgevende stem hebben.
De Adviescommissie Economische Migratie bracht in 2019 1 advies op eigen initiatief uit en een prioriteitennota voor de nieuwe legislatuur.
Tot voor kort was België wereldwijd een koploper inzake de vlotte en snelle aflevering van arbeidskaarten aan buitenlandse werknemers. Sinds de omzetting van de richtlijn Gecombineerde Vergunning zijn we deze koppositie kwijt: in de nieuwe procedure is het onmogelijk geworden om kort op de bal te spelen. Waar voor visumvrijgestelde personen arbeidsvergunningen vroeger binnen drie weken konden worden afgeleverd, stellen we vast dat dit vandaag in het beste geval twee maanden duurt. In een steeds krapper wordende arbeidsmarkt lopen we daardoor broodnodig toptalent mis.
Om de doorlooptijd van de nieuwe aanvraagprocedure, waarin verschillende overheden moeten tussenkomen, sterk te verminderen, zien de sociale partners een onmisbare hefboom: het digitaliseren van de procedure in een gemeenschappelijk elektronisch platform zoals voorzien in het artikel 40 van het Samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018.
Vertegenwoordigers van de werknemers
Vertegenwoordigers van de werkgevers
Vertegenwoordigers
Vertegenwoordigers van de werknemers
Vertegenwoordigers van de werkgevers
Vertegenwoordigers
Sinds 8 februari 2019 maakt de Vlaamse Havencommissie (VHC) deel uit van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA).
Samenstelling geldig tot 8 februari 2019.
De Vlaamse Havencommissie bestaat uit vier groepen leden : acht vertegenwoordigers van de Vlaamse werkgeversorganisaties, acht vertegenwoordigers van de Vlaamse werknemersorganisaties, één vertegenwoordiger van respectievelijk de binnenscheepvaart, het wegtransport en het spoorvervoer, elf vertegenwoordigers van de Vlaamse havens (Antwerpen heeft vijf vertegenwoordigers; Zeebrugge, Oostende en North Sea Port (haven Gent) hebben telkens twee vertegenwoordigers). In het dagelijks bestuur zetelen een vertegenwoordiger van elke haven en van de vier grote Vlaamse sociale partners. De voorzitter is een onafhankelijke deskundige.
Vertegenwoordigers van de werknemers
Vertegenwoordigers van de werkgevers
Vertegenwoordigers van de havenbesturen
Vertegenwoordigers van instellingen op het vlak van wegvervoer
Vertegenwoordigers van instellingen op het vlak van spoorvervoer
Vertegenwoordigers van instellingen op het vlak van binnenscheepvaart
Vertegenwoordigers van de werknemers
Vertegenwoordigers van de werkgevers
Vertegenwoordigers van de havenbesturen
Vertegenwoordigers van instellingen op het vlak van wegvervoer
Vertegenwoordigers van instellingen op het vlak van spoorvervoer
Vertegenwoordigers van instellingen op het vlak van binnenscheepvaart
Het Pendelfonds is sinds 2007 operationeel in het kader van het Pendelplan. Het Pendelfonds ondersteunt acties die ondernemingen of instellingen en organisaties opzetten voor een duurzamer woon-werkverkeer. Binnen de SERV functioneert een begeleidingscommissie die de bevoegde minister adviseert over de ingediende projecten en over de opvolging van de goedgekeurde projecten. De sociale partners hebben in deze commissie een doorslaggevende stem.
In 2019 werd geen nieuwe Pendelfondsoproep gelanceerd.
In 2019 gingen de sociale partners van de begeleidingscommissie meermaals in debat met het departement Mobiliteit en Openbare Werken en de provinciale mobiliteitspunten om het Pendelfonds als beleidsinstrument te evalueren.
Dit resulteerde in een gezamenlijke evaluatienota waarin de betrokken partijen een impactanalyse en inhoudelijke en administratieve analyse maakten van het Pendelfonds. Op basis hiervan werden een reeks aanbevelingen geformuleerd voor een meer strategische en administratief eenvoudigere werking van het fonds.
Samen met de aparte insteek van de sociale partners, werd de gezamenlijke evaluatienota op 13 januari 2020 overgemaakt aan minister van Mobiliteit en Openbare Werken, mevrouw Lydia Peeters.
De lopende projecten leggen jaarlijks een opvolgingsrapport voor waarover de begeleidingscommissie de minister adviseert. De minister beslist vervolgens over het verdere gebruik en verspreiding van deze adviezen.
In 2019 werden 88 adviezen opgemaakt en aan de minister bezorgd, waaronder 11 adviezen van projecten die de volledige duur van vier jaar hadden doorlopen.
Vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties
Vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties
Vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering
Vertegenwoordiger van de afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken
Vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties
Vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties
De ondersteuning van de begeleidingscommissie wordt waargenomen door het secretariaat van de Mobiliteitsraad.
In 2019 maakten we een nieuwe voorstellingsbrochure over de SERV als huis van het Vlaams sociaal overleg.
Https: in mei 2019 schakelden we over van een http-website naar een https-website. Dit zorgt o.a. voor meer beveiliging en gebruikersvertrouwen en een verbeterde ranking in Google search.
Nieuwe look & feel: in de zomer van 2019 gaven we de website een modernere uitstraling met meer aandacht voor beelden, meer structuur door blokken en responsiviteit.
Anysuferproof: de website is Anysurferproof. Dit kwaliteitslabel garandeert dat onze website voor iedereen toegankelijk is, ook voor mensen met een functiebeperking. Met het behalen van het label voldoet onze website ook aan de vereisten in het kader van het Toegankelijk Web-project van de Vlaamse overheid. Eind 2019 startte een nieuwe doorlichting voor een vernieuwing van het tweejaarlijkse toegankelijkheidslabel. De definitieve toekenning is voor 2020.
GDPR-proof: de SERV hecht veel belang aan de bescherming van persoonsgegevens en houdt zich aan de wet- en regelgeving waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR). Sinds de start van de GDPR in mei 2018, vind je een privacyverklaring en toelichting bij het cookiebeleid op de website.
Bezoekers en downloads: de SERV-website werd in 2019 in totaal 110.574 keer geraadpleegd door in totaal 76.779 externe bezoekers. Dat is goed voor in totaal 310.798 paginaweergaven.
sessies |
gebruikers |
paginaweergaven |
De SERV verstuurt regelmatig een elektronische nieuwsbrief over zijn activiteiten. In 2019 verstuurden we 35 nieuwsbrieven (SERV + Stichting Innovatie & Arbeid) naar 3.836 abonnees.
De open rate van de nieuwsbrieven ligt boven de benchmark van overheidsnieuwsbrieven (26,5%) bij Mailchimp.
Nieuwsbrieven
SERV |
Stichting Innovatie & Arbeid |
Abonnees
SERV |
Stichting Innovatie & Arbeid |
In 2019 bleef de SERV sterk inzetten op sociale media. Het aantal volgers is gestegen van 830 (2018) tot 1152 (2019). Het advies en rappport over circulaire economie en de gezamenlijke oproep digitaliseringsagenda onderwijs werd ondersteund door een filmpje op sociale media.
De SERV verstuurde in 2019 14 persberichten. De SERV had regelmatig contact met een bepaald medium (VRT, De Standaard, De Tijd, Het Nieuwsblad) bij de bekendmaking van een nieuw advies of rapport.
De activiteiten van de SERV gaven aanleiding tot 118 artikels in dagbladen. Daarnaast komen persberichten ook vaak terecht op vak- en nieuwswebsites.
Persberichten
SERV |
Stichting Innovatie & Arbeid |
Commissie Diversiteit |
Meer dan 100 aanwezigen uit de beleids-, academische en ondernemingswereld luisterden naar hoe Saskia Van Uffelen (Digital Champion België en GFI Corporate VP Benelux) de Vlaamse Regering, de sociale partners en alle andere actoren opriep om gecoördineerd samen te werken om zo de digitale transformatie te versnellen.
Op 10 oktober 2019 organiseerden de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Commissie Diversiteit samen met de onderzoeksgroep IMMILAB een studievoormiddag over de sociaal-economische integratie van personen met een migratieachtergrond.
Op donderdag 5 december 2019 vond hét event ‘Werkbaar Werkt!' plaats in Bluepoint in Antwerpen. De SERV en het Departement Werk/ESF organiseerden samen dit event naar aanleiding van de publicatie van de cijfers van werkbaarheidsmonitor.
Overheden en bedrijven maken steeds meer gebruik van nieuwe digitale technologieën zoals artificiële intelligentie (AI), big data en blockchain. De mogelijke toepassingen lijken eindeloos en veelbelovend, maar wat met de ethische en maatschappelijke kant van de zaak? Welke impact heeft de op het eerste zicht neutrale digitale technologie op onze interacties? In hoeverre laten we digitale technologie toe in ons dagelijks leven? Wat met de veiligheid, privacy, gelijkheid, gezondheid, waardigheid, autonomie, eigendom (van data), aansprakelijkheid …?
De Vlaamse sociale partners hebben een speciale band met het VRT-programma De Markt (cf. vroegere derden programma’s voor vakbonden en werkgeversorganisaties gingen op in dit sociaal-economisch programma). De sociale partners zijn ook regelmatig te gast in De Markt en soms komt ook een dossier van de SERV aan bod in het programma.
De SERV volgt de wettelijke bepalingen over de openbaarheid van bestuursdocumenten die gelden voor de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest.
Dat betekent onder meer dat de SERV aan ieder natuurlijk persoon, rechtspersoon of groepering ervan die erom verzoekt, de gevraagde bestuursdocumenten openbaar maakt door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen. Deze verplichting geldt niet als de aanvraag betrekking heeft op bestuursdocumenten die niet af of onvolledig zijn. In praktijk worden vrijwel alle beslissingen van de SERV gepubliceerd via zijn website en worden ze dus actief openbaar gemaakt.
In 2019 ontving de SERV geen aanvragen tot openbaarmaking van bestuursdocumenten.
De SERV ontving geen klachten in 2019.
De SERV-bibliotheek zoekt zoveel mogelijk aansluiting bij de inhoudelijke dossiers, de noden en de planning van de werkzaamheden van de SERV-(entiteiten).
Het SERV-documentatiecentrum maakt deel uit van het LIBIS-bibliotheeknetwerk. Door een overeenkomst tussen LIBIS en de bibliotheek Kanselarij en Bestuur van de Vlaamse overheid worden de Vlaamse overheidspublicaties uit het Vlaamse e-depot ingeladen in LIBIS. Via de zoekinterface LIMO zijn de publicaties full tekst raadpleegbaar. Op die manier genieten ook de SERV-publicaties een ruimere bekendheid.
Het documentatiecentrum bezit eind 2019:
De bibliotheek ondersteunt in de eerste plaats de interne medewerkers maar ook externen, de SERV-commissieleden (sociale partners, deskundigen) , medewerkers van (Vlaamse) overheidsdiensten en studenten. De faciliteiten op een rijtje:
Wie niet geholpen kan worden, wordt doorverwezen. Personen met een handicap zijn welkom.
Sinds 1 januari 2019 is er een nieuw bestuursdecreet van kracht. In het Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 was het engagement opgenomen dat een aantal bestuurlijke decreten zouden worden samengebracht in één Vlaams bestuursdecreet, met als uitgangspunten het recht op kwaliteitsvolle dienstverlening en het recht op digitale dienstverlening. Het gaat o.a. om het archiefdecreet en het decreet hergebruik van overheidscommunicatie.
Zo is met dit nieuwe bestuursdecreet het digitaal beheren van bestuursdocumenten in voege getreden. Daarin zit ook de duurzame digitale bewaarstrategie voor de bestuursdocumenten van de SERV en zijn entiteiten vervat. Het informatiebeheersplan van de SERV en zijn entiteiten, dat geüpdated is, vormt de leidraad.
Samenstelling Commissie Sociale Economie
Waarnemend voorzitter
Leden
Vertegenwoordigers van de sociale economie-ondernemingen
Vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties
Vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties
Onafhankelijke deskundigen
Vertegenwoordigers van het Departement Werk en Sociale Economie
Plaatsvervangende leden
Vertegenwoordigers van de sociale economie-ondernemingen
Vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties
Vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties
Vertegenwoordigers van het Departement Werk en Sociale Economie
Kunnen de vergadering bijwonen met raadgevende stem